POWERED BY VERAS
Vanaf het eind van vorige eeuw monitoren we in Nederland de afvoer van afvalstoffen van primaire ontdoeners richting recycling, verbrandingsinstallaties en stortplaatsen. Deze exercitie is ingegeven vanuit het oude lineaire ontdoeners-paradigma. Er is iets overtolligs, je wilt je ervan ontdoen en het wordt verwijderd. Vanuit dit eindeleven-scenario wordt vreemd genoeg alleen gerapporteerd over hetgeen definitief verwijderd is, zijnde verbrand dan wel gestort.
Complete monitoringstools over herbestemming, hergebruik, reparatie of recycling zijn er amper. Als er al op basis van bestaande data weergavemodellen worden gemaakt voor de circulaire economie, dan is dat vaak gebaseerd op gedateerde lineaire kengetallen. Hoe mooi en driedimensionaal de stroomschema’s er ook uit zien, de gebruikte data blijft plat en onnauwkeurig. Naast actuele en volledige registratie van potentiële secundaire grondstoffen die als afval afgedankt zijn, is inzicht in de hoeveelheid secundaire grondstoffen die de afvalketen verlaten hebben (einde-afval) van veel groter belang. De monitoring van de beschikbare (strategische) secundaire grondstoffen die ingezet kunnen worden in de economie is een sturingsmechanisme voor het Nationale grondstoffenbeleid en de beleidsdoelen van de Circulaire Economie.